Het roer radicaal om voor een gat in de circulaire afbouwmarkt

David van Duffelen gooide het roer om na een carrière in de financiële wereld. Met zijn bedrijf Circq levert hij nu circulaire afbouwproducten.

Ondernemen en dan ook nog eens op een duurzaam terrein. Nadat hij in coronatijd een aantal maanden met zijn gezin in het buitenland had gewoond, wist David van Duffelen dat dát in grote lijnen de richting was die hij wilde inslaan. Contacten met onder meer een sloper en bouwgroothandel in zijn geboortestreek Twente brachten hem op het spoor van circulaire afbouwproducten. Al luisterend naar hun verhalen verbaasde hij zich over de dagelijkse praktijk bij renovatie- en verbouwprojecten. “Het is toch te gek dat we bijvoorbeeld plafondplaten eruit halen, die afvoeren als afval en er negen van de tien keer weer een nieuw plafond inzetten? Terwijl ze er vaak nog prima uitzien en technisch in orde zijn.”

Van Duffelen zag al snel een gat in de markt. Plafondplaten die vrijkomen door sloop zou je prima op grote schaal opnieuw kunnen inzetten, bedacht hij. Vaak kunnen die immers nog tientallen jaren mee. Maar zijn werkgebied is breder dan alleen plafondplaten. Van Duffelen: “We richten ons op de afbouwfase, vooral bij de inrichting van kantoorgebouwen. Dat is een afgebakend terrein waarop we ons kunnen specialiseren. Anders wordt het te divers en gaat het te veel lijken op wat sommige sloopaannemers doen met het verkopen van hun eigen bouwmaterialen. Dan varieert het vaak van deurklinken, wc-potten tot panelen. Dat zijn allemaal prima initiatieven, maar ik denk dat er ruimte is voor een of meerdere partijen die zich op het subgebied afbouwen richten. Zo kun je ook een partner zijn bij grotere projecten.”

We richten ons op de afbouwfase, vooral bij de inrichting van kantoren. Dat is een afgebakend terrein waarop we ons kunnen specialiseren ”

Om een breed netwerk op te bouwen van relevante partijen in de sector was en is Van Duffelen vaak op pad. Ook heeft hij veel tijd gestoken in het akoestisch laten testen van zijn circulaire producten en die te laten opnemen in de Nationale Milieudatabase (NMD). Dat laatste ging niet zonder slag of stoot en leverde de nodige discussies op met de Stichting NMD. Maar om serieus genomen te worden als professionele speler, vond hij het een harde voorwaarde om de milieuprestaties van zijn producten officieel te kunnen aantonen.

Recycleprogramma

Je zou verwachten dat veel fabrikanten van afbouwproducten al volop bezig zijn met het terughalen en opnieuw gebruiken van hun eigen producten. Maar volgens Van Duffelen is dat nog niet het geval. Hij heeft inmiddels gesprekken gevoerd met de grootste partijen in de sector en kent eigenlijk maar één fabrikant met een recycleprogramma. Anders dan bij Circq gaan de ingezamelde materialen bij die fabrikant terug naar de eigen fabriek, waar ze als grondstof dienen voor nieuwe producten. “Qua CO₂-reductie biedt dat dus geen voordelen, omdat de spullen het productieproces weer ingaan, wat veel energie vergt.”

Dat er een markt bestaat voor secundaire afbouwproducten staat voor Van Duffelen inmiddels vast. Er zijn al de nodige sloop- en demontagebedrijven die de meerwaarde zien van met hem samenwerken. Zo haalt de leverancier de bouwmaterialen gratis bij hen op, waarmee ze stortkosten uitsparen. Soms staat er zelfs een vergoeding tegenover.

In een centraal magazijn in Almelo slaat Circq de geoogste materialen op, controleert ze op beschadiging of vervuiling en voorziet daarna de bruikbare producten van een nieuw akoestisch vlies, voordat ze een nieuwe bestemming krijgen.

Tweede leven

Afnemers zijn er ook. Bouwgroothandels verkopen de tweedehands materialen – refurbished klinkt beter – aan bijvoorbeeld bouw- en afbouwbedrijven. Circq levert ze niet rechtstreeks aan aannemers, maar is vaak op projectniveau wel betrokken bij het zoeken naar geschikte oplossingen. Jansman Bouw gebruikte bijvoorbeeld door Circq geleverde circulaire plafondpanelen van hout en steenwol om een duurzame sporthal in het Drentse Emmer-Compascuum af te bouwen.

We kunnen aantonen dat de eigenschappen van onze producten voldoen aan dezelfde normen als nieuwe producten”

Hoewel opdrachtgevers steeds vaker eisen stellen aan duurzaamheid, gebeurt dit in de ogen van Van Duffelen nog onvoldoende. Als het wél gebeurt, kunnen aannemers er dan met hun plannen invulling aan geven en zo de weg banen voor circulaire producten. Een opdrachtgever die wél hecht aan duurzaamheid, is de Vrije Universiteit in Amsterdam. Voor de VU is Circq nu in gesprek met Dura Vermeer en architectenbureau cepezed over circulaire plafondpanelen.

Op dit moment is Circq nog niet winstgevend. Daarvoor moeten de volumes nog flink omhoog.
Wel is het bedrijf zijn assortiment van circulaire afbouwproducten aan het uitbreiden. De onderneming merkt dat het geregeld nog tegen vooroordelen moet opboksen.

Sceptici

In de conservatieve bouwsector zijn er partijen die sceptisch tegenover tweedehands producten staan, volgens Van Duffelen. “Ze denken dat die minder goed zijn, maar dat is niet zo. We kunnen aantonen dat de eigenschappen van onze producten voldoen aan dezelfde normen als nieuwe producten.”

Van Duffelen heeft er alle vertrouwen in dat de bouwsector snel vertrouwd raakt met circulaire producten en dat Circq daarvan zal profiteren. “We zien aan de ene kant dat er vraag is naar circulaire producten en aan de andere kant dat slopers graag van onze diensten gebruik willen maken. Omdat de opdrachtgever het vraagt of omdat het voor hen financieel interessant is. Die twee brengen we bij elkaar.”
Dat betekent wel dat het “pionieren is totdat deze werkwijze op een gegeven moment de norm wordt.”

Zijn refurbished producten zijn in ieder geval niet duurder dan gelijkwaardige nieuwe bouwmaterialen, stelt hij. “In de bouw is dat erg fijn, want daar draait bijna alles om de prijs.”


Geschreven door: Yvonne Ton
Foto: Toma Tudor

Dit is een artikel geplaatst in Cobouw